Het Vakcentrum reageert hiermee op het rapport van onderzoeksbureau SEO dat berekent dat de Nederlandse retail in vijf jaar ca 11 miljard Euro extra moet investeren bovenop de reguliere bedrijfsinvesteringen.
Door de noodzakelijke vergroening en het veranderend gedrag van de consumenten moeten de bedrijfsmodellen worden aangepast. Kernbegrippen daarbij zijn verduurzaming, digitalisering en talentontwikkeling. Deze drievoudige transitie heeft al geleid tot Europees beleid gericht op de retail. Seo heeft nu in haar onderzoek in kaart gebracht welke investeringen Nederlandse retailers moeten doen. Het bureau komt op een noodzakelijke investering van ca. 11 miljard euro voor de periode van 2025 tot en met 2030. Dat is dan bovenop de investeringen die al regulier door de sector worden gedaan.
Meer dan verkooppunt
Het Vakcentrum geeft aan dat, in het verlengde van het Europese beleid, ook in Nederland een integraal retailbeleid moet worden ontwikkeld. Het Vakcentrum benadrukt daarbij dat een winkel meer is dan een verkooppunt. De winkel fungeert vaak als sociaal ontmoetingspunt en is bijvoorbeeld ook de plek waar informatie wordt verstrekt over duurzaamheid. Met assortimentskeuzes kan de winkelier bijdragen aan duurzame ontwikkelingen. De retail is daarnaast ook nog een van de grootste werkgevers en opleiders van ons land. Bovendien zijn lokale ondernemers vaak belangrijk sponsoren voor lokale sport- en culturele activiteiten. Het wegvallen van winkels kan zeker in kleinere gemeenschappen de leefbaarheid ernstig aantasten.
Slimme financiering
Volgens het Vakcentrum is het dan ook noodzakelijk dat de retail voldoende toegang krijgt tot financiering. Dat geldt zowel op individueel niveau als voor de sector. “Waar andere partijen worden ondersteund in hun functie op het gebied van natuurbehoud of technologische innovatie, is het niet meer dan redelijk dat retailondernemers worden ondersteund in hun hun bijdrage aan de leefbaarheid” aldus Patricia Hoogstraaten, directeur van het Vakcentrum. “De impulsaanpak winkelgebieden van het ministerie van Economische Zaken is daarvan al een goed voorbeeld op lokaal niveau. Individuele ondernemers, die nu onder druk staan, moeten nog beter ondersteund worden in het vinden van financierings- en subsidiebronnen. Maar let dan wel op dat de administratieve lasten niet weer te hoog worden.”
Partnership
Het gaat volgens Hoogstraaten overigens niet alleen om geld. “Het zou al een belangrijke stap zijn als de diverse overheden de retail nog meer als partner gaan zien. Dat betekent enerzijds met elkaar hard werken aan ontwikkelingen zoals verduurzaming, maar anderzijds ook dat je in de beleidsontwikkeling en regelgeving rekening houdt met de invloed op de retail. En daarbij moet dan ook over de grens gekeken worden. De verschillen in regelgeving en bijvoorbeeld accijnzen met onze buurlanden zijn nu te groot.”
Toekomstbestendig
Hoogstraaten is optimistisch. “De retail is bij uitstek een bedrijfstak voor echte ondernemers die zien wat er in de maatschappij gebeurt. Ze hebben immers dagelijks de klant over de vloer. Voorwaarde is wel dat alle betrokken partijen daar met elkaar wel voor zorgen. Alleen dan blijft de retail een bedrijfstak waarin ook jongeren willen blijven ondernemen en werken. Zonder overbodige administratieve lasten en regeldruk, in een gelijk speelveld en met voldoende ruimte om zich te concentreren op waar het om gaat, de klant en hun bijdrage aan het behoud van een leefbare samenleving.”