Karin Bronkhorst, IXIXI Wat jij niet ziet: "Alles voor een glimlach … of een traan"
02-11-2024
02-11-2024
Karin Bronkhorst (59) is eigenaresse van de cadeauwinkel ‘IXIXI Wat jij niet ziet’, die in het fraaie overdekte winkelcentrum Vier Meren in Hoofddorp-Centrum is gevestigd. Iedereen die haar winkel bezoekt, is op zoek naar producten die een glimlach op het gezicht toveren of soms een traan, als herinnering aan een emotionele gebeurtenis.
Het assortiment dat ‘IXIXI Wat jij niet ziet’ biedt, roept altijd een bepaalde emotie op die wordt vertaald naar een mooie kaart, een beker, een product met tekst, iets van Maison Berger, Blond serviesgoed, modieuze tassen, of een prachtige Alpaca van Inkari. Circa 30% van de omzet zit in kaarten. Daarvoor worden de mensen haast als vanzelf naar binnen getrokken en zien dan de rest van de collectie.
Een cadeauwinkel is overigens lastig te positioneren, vertelt Karin. “Soms denk je iets ‘exclusief’ te hebben, maar dan moet je er weer snel afscheid van nemen omdat het bij grote ketens als Xenos en Action, die producten namaken en onder eigen naam brengen, goedkoper komt te liggen. Dus collecties rouleren hier snel maar het voordeel daarvan is dat je de klant altijd verrast”, aldus Karin.
Karin startte in december 2006 als franchisenemer van Expo. Daarvoor had ze salesfuncties bij een uitgeverij van ‘inflight’ media, American Expres en KPN Media. Maar het zat altijd al in haar hoofd om een cadeauwinkel te beginnen omdat zij zelf veel van gadgets en leuke dingen houdt. In 2006 opende ze dus haar winkel aan een van de in- uitgangen van het overdekte winkelcentrum Vier Meren in Hoofddorp. De eerste jaren als startend ondernemer waren lastig, mede vanwege de problemen bij Expo. Met name de regelmatige, verplichte indeling van nieuwe concepten, zorgde bij de franchisenemers voor de nodige problemen omdat schappen nu eenmaal niet van elastiek zijn. Om toch ruimte te maken moesten collecties vaak te snel in de uitverkoop. Uiteindelijk ging de franchisegever failliet. “Door het beleid van de franchisegever had ik zelf ook de nodige schulden opgebouwd en was ik serieus van plan om helemaal te stoppen. Van de andere kant ben ik ook niet zo snel van het opgeven, dus heb ik toch stappen gezet om door te gaan”, vertelt Karin. “Ik heb het huurcontract overgenomen en heb in 2012 een doorstart gemaakt onder de naam ‘IXIXI Wat jij niet ziet’. Een sprekende naam die goed in het gehoor en geheugen ligt van mensen en de lading van de collectie dekt.”
De ombouw van Expo naar ‘IXIXI Wat jij niet ziet’ was een hele opluchting voor Karin omdat zij nu zelf verantwoordelijk was voor de inkoop én dus naar behoefte kon kopen. Daardoor was ze in staat de omzetsnelheid van een flinke impuls te voorzien en kon ze de collectie veel meer naar eigen hand zetten. Bij de ombouw kreeg ze tevens veel steun van leveranciers die uiteraard ook zelf belang hadden bij een doorstart.
Er is ook een tweede ‘IXIXI Wat jij niet ziet’ in Heerhugowaard. Dat is geen filiaal van Karin maar een geheel zelfstandige winkel die door een goede collega wordt geëxploiteerd die eveneens franchisenemer van Expo was. “We konden het altijd goed vinden met elkaar en werken veel samen, onder andere bij de inkoop. Ondanks dezelfde naam zijn we allebei volledig zelfstandig. Het is echter fijn om met iemand te kunnen sparren, want samen weet je toch meer. De winkel in Heerhugowaard wordt overigens met ingang van 2025 overgenomen vanwege pensionering van mijn collega.”
Over de omzet van dit jaar heeft Karin weinig te klagen, bovendien zijn november en december altijd de belangrijkste maanden. Die maanden zijn vaak bepalend voor het verschil tussen winst en verlies. Maar omzet is nog geen rendement en dat staat, net zoals bij heel veel retailers, onder druk door kostenstijgingen.
Er zijn twee ontwikkelingen die bij Karin zwaar op de maag liggen en bedreigend kunnen zijn voor haar toekomst.
Allereerst wordt ze de laatste jaren geconfronteerd met forse huurstijgingen. Na het faillissement van Expo moest ze al het huurcontract overnemen, plus 5% huurverhoging. Tijdens de coronaperiode ging de huur weer met 5% omhoog, gevolgd door verhogingen die de inflatiecijfers volgden. Om te bemiddelen heeft ze brancheorganisatie Vakcentrum ingeschakeld. Tevens heeft ze de Huurdersvariant van Vakcentrum omarmd die uitgaat van een heel andere huurovereenkomst, gebaseerd op een reële inflatiecorrectie. De verhuurder heeft die Huurdersvariant overigens (nog) niet omarmd. “Ik zit op een A1-locatie en betaal dus al een forse huur maar die wordt alsmaar hoger en hoger. Ik heb echt moeite met al die grote, institutionele verhuurders die totaal geen rekening houden met al die kleine zelfstandig winkeliers die juist zorgen voor veel diversiteit in winkelcentra en binnensteden. Ze laten geen traan als die massaal vertrekken of failliet gaan. Willen ze dan straks alleen lege winkelstraten, of grote ketens omdat die meer (schijn)zekerheid bieden?”, aldus een verontwaardigde Karin.
Door alle gestegen kosten heeft ze al een upgrading van haar assortiment door moet voeren. Producten van Maison Berger, Blond of Secrid pasjeshouders zijn daar voorbeelden van. Hoger geprijsd én met een goede marge. “Dilemma is echter dat je moet oppassen dat je geen kritische grens passeert. Mensen hebben vaak een budget voor een cadeau in gedachten. Maak je van € 19,95 ineens € 22,95 dan kunnen ze afhaken. Maar eigenlijk heb ik geen keus: het gemiddelde bonbedrag moet echt omhoog.”
Tweede punt waarvan het stoom echt uit Karin’s oren komt, is de komst in november van een grote tourniquetdeur op 75 cm van haar pui. “Die tourniquetdeur wordt echt een obstakel waardoor ik klanten en dus omzet dreig te verliezen. Mijn hele etalage valt straks weg achter die deur. Geen enkele andere ondernemer in het winkelcentrum is er blij mee maar de verhuurder is tot nu toe doof voor alle argumenten. Ik heb ook juristen van Vakcentrum ingeschakeld om mij te adviseren wat ik hier tegen kan doen. Ik vind het zo frustrerend. Dit werk, en met name de interactie met klanten, vind ik nog altijd heel leuk. Maar het is fysiek en mentaal echt zwaar werk. We zijn zeven dagen in de week open en de telefoon staat altijd aan, ook al sta je zelf niet in de winkel. Je bent eigenlijk continu bezig terwijl de beloning niet navenant is. Ik houd dit al zolang vol omdat ik gewoon erg blij word van de leuke producten en de gesprekken met de klant. Daar doe ik het voor. Maar ik vraag me serieus af hoelang ik dit zo nog kan volhouden? Het is soms net alsof iedereen tegen je samenspant om je weg te krijgen.”