Q&A

Heeft u vragen over de Impact Monitor Duurzaamheid, de rapportagevereisten, of hoe u aan de slag kunt gaan? Op deze Q&A-pagina beantwoorden we de meest voorkomende vragen om u snel op weg te helpen. Of u nu wilt weten hoe de CO2 rekentool werkt, wat de roadmap voor CO2-reductie inhoudt, of meer inzicht wilt in de wettelijke verplichtingen, hier vindt u heldere en praktische antwoorden.

Veel gestelde vragen over de Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid

De Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid is een tool (pdf met invoervelden) die bedrijven helpt hun duurzaamheidsprestaties in beeld te brengen, te monitoren en te verbeteren. De tool biedt hierdoor inzicht in de impact van hun bedrijfsvoering op het milieu en helpt bij het maken van datagestuurde, duurzame keuzes.

De Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid sluit goed aan bij de VSME-richtlijnen, de Europese standaard voor duurzaamheidsrapportage voor het midden- en kleinbedrijf (MKB). Beide systemen zijn gericht op het vrijwillig rapporteren van duurzaamheidsinformatie, maar de Vakcentrum Impact Monitor biedt praktische tools en inzichten die specifiek zijn afgestemd op de behoeften van MKB-bedrijven. De monitor helpt bedrijven te begrijpen welke gegevens ze moeten rapporteren en hoe ze hun impact op het milieu kunnen optimaliseren, zodat ze beter kunnen inspelen op de Europese richtlijnen voor vrijwillige duurzaamheidsrapportage.

De monitor biedt bedrijven de mogelijkheid om hun duurzame initiatieven te volgen en te verbeteren. Het stelt bedrijven in staat om gericht te werken aan hun milieu-impact, terwijl ze tegelijkertijd voldoen aan steeds strengere wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid.

Om de monitor te gebruiken, moeten bedrijven gegevens invullen over hun energieverbruik, CO2-uitstoot, afvalbeheer, waterverbruik en andere milieu-gerelateerde aspecten van hun bedrijfsvoering.

Met de verzamelde gegevens krijgt u inzicht in uw huidige duurzaamheidsstatus en kunt u verbeterpunten identificeren. De monitor biedt ook aanbevelingen voor het verminderen van uw ecologische voetafdruk, het verbeteren van energie-efficiëntie en het verduurzamen van de bedrijfsprocessen. Als er informatievragen komen over bijv. milieu- of sociale ondernemings aspecten, van ketenpartners of andere stakeholders, kan de betreffende informatie uit de pdf worden gelicht en gebruikt worden voor het beantwoorden van die informatievragen.

De eerste Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid is speciaal toegeschreven naar MKB ondernemers in de food retail (supermarkten, food speciaalzaken, biologische winkels, etc.).

Het is aanbevolen om de gegevens minimaal één keer per jaar bij te werken om een up-to-date overzicht van je duurzaamheidsstatus te behouden. Voor bedrijven die actief bezig zijn met het verduurzamen van hun processen, kan het nuttig zijn om de gegevens vaker bij te werken. Omdat de onderliggende standaard nog vollop in ontwikkelingen is, zal het Vakcentrum nog met updates komen van de Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid.

Op lange termijn helpt de monitor bedrijven niet alleen om hun duurzaamheidsdoelen te bereiken, maar het vergroot ook de transparantie en geloofwaardigheid richting klanten, investeerders en andere stakeholders. Dit kan bijdragen aan een betere marktpositie en mogelijk kostenbesparingen door efficiënter energieverbruik en afvalbeheer.

De Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid is gratis voor Vakcentrum leden. Aan bijgeleverde diensten en producten, zoals bijvoorbeeld de CO2 rekentool, kunnen wel extra kosten zijn verbonden. Als er kosten aan zijn verbonden staat dit duidelijk aangegeven op onze site.

Je kunt eenvoudig beginnen door je aan te melden op de website van de Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid. Na registratie krijg je toegang tot de tool en kun je beginnen met het invoeren van je bedrijfsgegevens om je duurzaamheidsprestaties te meten.

Na het invullen van de Vakcentrum Impact Monitor Duurzaamheid heeft u een gedetailleerd rapport met de verzamelde gegevens en een overzicht van je duurzaamheidsprestaties. Dit rapport biedt de data en inzichten die je nodig hebt voor een duurzaamheidsverslag, maar het is geen volledig verslag op zich. Als u een duurzaamheidsverslag voor bijvoorbeeld je bestuursverslag wilt maken, moet je een extra stap zetten. Dit betekent dat u de verzamelde gegevens en aanbevelingen uit de monitor moet integreren in een breder verslag, waarin u bijvoorbeeld ook uw strategie, doelstellingen, en acties beschrijft. De monitor levert dus de noodzakelijke basisinformatie, maar het opstellen van een compleet verslag vereist aanvullende context en toelichting.

Veel gestelde vragen over CSRD

De CSRD-richtlijn is Europese wetgeving die voort vloeit uit de Europese Green Deal afspraken. Deze afspraken hebben als doel de Europese economie tegen 2050 duurzamer en klimaatneutraal te maken. Het doel van de CSRD is om inzicht te geven in duurzaamheidsinformatie en om ‘greenwashing’ te verminderen.

De CSRD schrijft rapportage standaarden (ESRS) voor waarover bedrijven moeten rapporteren, zodat iedereen dat op dezelfde manier doet. Dit maakt het mogelijk om bedrijven goed met elkaar te vergelijken op het gebied van duurzaamheid binnen Europa.

Bedrijven die onder de CSRD vallen moeten verplicht jaarlijks een duurzaamheidsverslag maken. Dit duurzaamheidsverslag is bedoeld voor een brede groep van belanghebbenden (ook wel stakeholders genoemd) en geïnteresseerden, omdat het inzicht biedt in de duurzaamheidsimpacts, risico’s en -kansen en van de onderneming.

De informatie uit het verslag is enerzijds bedoeld voor financiële belanghebbenden, zoals aandeelhouders, banken, crediteuren en overige financiers. Anderzijds zijn er ook veel belanghebbenden die gericht zijn op de impact die de onderneming heeft op haar omgeving die het verslag kunnen gebruiken om het gesprek aan te gaan. Voorbeelden hiervan zijn werknemers, vakbonden en sociale partners, klanten, omwonenden en maatschappelijke organisaties en ngo's - zoals belangenorganisaties - die gericht zijn op milieu en mensenrechten.

Daarnaast kan het duurzaamheidsverslag ook interessant zijn voor geïnteresseerden zoals zakenpartners, overheden, analisten en academici.

De rapportageplicht geldt in Nederland voor:

  • grote bv’s en nv’s,
  • grote organisaties van openbaar belang (bijv. banken, verzekeraars en beursvennootschappen),
  • middelgrote en kleine beursvennootschappen,
  • bepaalde niet-EU ondernemingen.

De grootte van een onderneming wordt bepaald aan de hand van drie criteria:

  • balanstotaal (activa),
  • netto-omzet, en
  • aantal werknemers.

Om in een bepaalde groottecategorie te vallen, dient een onderneming - in lijn met de vereisten voor de jaarrekening - twee achtereenvolgende boekjaren aan tenminste twee van de drie criteria te voldoen.

 

Type

Activa

Netto-omzet

Aantal werknemers

Micro

< € 450.000

< € 900.000

< 10 personen

Klein

€ 450.000 - € 7,5 mln.

€ 900.000 - € 15 mln.

10 – 50 personen

Middelgroot

€ 7,5 - € 25 mln.

€ 15 - € 50 mln.

50 – 250 personen

Groot

> € 25 mln.

> € 50 mln.

> 250 personen

Middelgrote, kleine (niet beursgenoteerd) en micro ondernemingen vallen niet onder rapportageplicht  van de CSRD. Maar zij krijgen wel indirect te maken met eisen of informatievragen van hun CSRD-plichtige klanten of leveranciers .

De CSRD gaat vanaf 1 januari 2024 gelden voor bedrijven die nu vallen onder de ‘niet financiële rapportage’- richtlijn (NFRD) en vanaf 2025 voor grote bedrijven die daar nu niet onder vallen. Voor beursgenoteerde MKB-bedrijven geldt de CSRD vanaf 1 januari 2026.

Middelgrote en kleine bedrijven vallen voorlopig niet onder de rapportageplicht van de CSRD. MKB bedrijven krijgen wel indirect te maken met eisen of informatievragen van hun CSRD-plichtige klanten of leveranciers.

De MKB ondernemingen kunnen al met ingang van 2024 te maken krijgen met vragen van rapportageplichtige bedrijven vanwege het doorsijpeleffect.

De Nederlandse overheid is te laat met het invoeren van de CSRD. In Nederland gelden de regels daardoor waarschijnlijk pas vanaf medio 2025 of begin 2026. Grote bedrijven starten desalniettemin vaak al met rapporteren op de hierboven genoemde momenten. Als retailer zonder rapportageplicht merkt u daarom mogelijk daarom nu al het doorsijpeleffect. Het is daarom slim om nu al stappen te zetten richting een duurzamere bedrijfsvoering.

De CSRD beschrijft het wetgevingsstelsel rondom de rapportageverplichting. Het bepaalt onder andere wie moet rapporteren, hoe vaak gerapporteerd moet worden en over welke onderwerpen. De zogenoemde ESRS zijn de Europese Duurzaamheid Standaarden. Hierin staan de inhoudelijke richtlijnen voor het rapporteren volgens de CSRD verder uitgewerkt.

Er bestaan twee soorten ESRS:

  1. Algemene standaarden - van toepassing op alle bedrijven
  2. Sectorspecifieke standaarden – van toepassing op bedrijven in bepaalde sectoren

Voor de retail komt er een sectorspecifieke ESRS genaamd Sales en Trade (SST). Deze is nu nog niet beschikbaar.

Het belangrijkste effect van de CSRD is dat ook het MKB, ook al hoeven deze ondernemingen zelf niet te rapporteren, vaker en meer duurzaamheidsinformatie zullen moeten verzamelen. MKB-ondernemingen die zich bevinden als afnemer of leverancier in de waardeketen van grote rapportage plichtige bedrijven krijgen daardoor duurzaamheidsvragen “doorgelegd”. Dit wordt ook wel het ‘doorsijpeleffect’ van de CSRD genoemd.

De rapportage plichtige bedrijven gaan namelijk de eigen waardeketen na voor het rapporteren. Daarom is het belangrijk dat MKB-ondernemingen in de waardeketen zorgen dat ze de benodigde informatie kunnen aanleveren. Bijvoorbeeld bij wie zij hun producten inkopen.

Er zijn drie belangrijke ‘groepen’ waarvan zelfstandige retailerondernemers duurzaamheidsvragen kunnen verwachten:

  1. De grote bedrijven die onder de CSRD-rapportageverplichtingen vallen in de waardeketen. Deze bedrijven moeten, om aan hun rapportage verplichtingen te kunnen voldoen, informatie gaan opvragen bij de zelfstandige retailerondernemingen in de waardeketen.
  2. Banken en kredietverstrekkers. Ten tweede zal aan MKB-ondernemingen steeds vaker informatie over duurzaamheidsprestaties worden gevraagd door bedrijven buiten de keten, banken en kredietverstrekkers, zoals bij kredietverlening, een financieringsaanvraag of een offertetraject.
  3. Consumenten. Ook leidt de toenemende hoeveelheid aan regelgeving ten aanzien van verduurzaming tot meer specifieke vragen van consumenten.

Rapportage plichtige bedrijven mogen bij het MKB alleen informatie opvragen tot de LSME-limiet. De LSME is een rapportagestandaard specifiek geschreven voor beursgenoteerde MKB bedrijven. Deze rapportagestandaard geeft de grens aan wat grote bedrijven kunnen uitvragen aan MKB bedrijven. Bedrijven kunnen zo anticiperen op mogelijke vragen van grote of beursgenoteerde bedrijven die wel onder de CSRD vallen.

De LSME is bedoeld voor MKB bedrijven die beurgenoteerd (listed) zijn. Deze standaard stelt nog behoorlijk uitgebreide eisen aan de informatie die moet worden gerapporteerd op het gebied van milieu impact, sociale verantwoordelijkheid, bestuurlijke zaken en andere duurzaamheindsindicatoren.

De VSME is specifiek ontworpen voor micro en MKB (niet beursgenoteerd) bedrijven. Deze standaard is vrijwillig en bovendien minder belastend en eenvoudiger dan de LSME met minder rapportagevereisten. Dit maakt het voor kleine bedrijven haalbaarder om een eigen duurzaamheidsrapport op te stellen op vrijwillige basis.

De LSME is omvangrijker dan de VSME. Helaas zit er nog een behoorlijk groot gat tussen de LSME en de VSME qua omvang. Grote bedrijven mogen MKB bedrijven van alles vragen als ze maar binnen de grenzen van de LSME blijven. Dat betekent in de praktijk dat zelfs als MKB bedrijven vrijwillig rapporteren via de VSME deze bedrijven nog steeds allerlei vragen kunnen krijgen buiten hun eigen rapportage om. Er is nu (nog) geen overzicht van de verschillen tussen beide regelingen zodat je gelijk ziet wat je nog allemaal buiten de VSME om zou kunnen verwachten. Mogelijk dat zoiets nog opgesteld gaat worden als beide standaarden definitief worden. Als een ondernemer nu al precies wil weten waar mogelijk extra vragen over zouden kunnen komen, buiten de VSME om, dan zou deze de concept VSME naast de concept LSME moeten leggen ter vergelijking.

De CSRD leidt voor alle grote ondernemingen in Nederland tot ingrijpende veranderingen. Duurzaamheid zal moeten worden geïntegreerd in alle aspecten van de bedrijfsvoering, zoals governance (ondernemingsbestuur), strategie, risicomanagement, de interne controle-omgeving en de interne en externe verslaggeving. Grote ondernemingen zullen hiervoor ook bij hun leveranciers en klanten ESG-gegevens opvragen omdat dit verplicht is onder CSRD. Ondanks het feit dat het MKB is vrijgesteld van het opstellen van een ESG-rapport volgens CSRD, kan een MKB ondernemer wel degelijk gevraagd worden om gegevens aan te leveren aan leveranciers, banken of verzekeraars.

ESG verwijst naar de drie thema’s binnen de CSRD. De E staat voor environmental (milieu), de S staat voor social (arbeidsomstandigheden) en de G staat voor governance (bestuur). Naast de financiële prestaties van een onderneming worden de prestaties en risico’s op het gebied van milieu, sociale verantwoordelijkheid en de wijze waarop een onderneming wordt aangestuurd steeds belangrijker voor investeerders, regelgevers en ander belanghebbenden.

Om voorbereid te zijn op vragen van leveranciers (of bank of verzekeraar) kan het om verschillende redenen verstandig zijn een eigen duurzaamheidsrapportage op te stellen volgens de vrijwillige CSRD-standaard voor het MKB. De officiële naam is een hele mond vol: Voluntary Small and Medium-sized Enterprises European Sustainability Reporting Standard (afgekort tot VSME ESRS). Een duurzaamheidsverslag kan bovendien gebruikt worden om je als onderneming te onderscheiden.

Het Vakcentrum is momenteel een template aan het maken, dat helpt bij het opstellen van een duurzaamheidsrapport volgens de vrijwillige standaard VSME ESRS.

Meer informatie

Staat uw vraag er niet bij? Neem dan gerust contact op met onze Digitale Helpdesk voor persoonlijke ondersteuning.

Neem contact op