Duurzaam ondernemen bij Albert Heijn
In 2015 ging de C1000 op de schop en kwam er een Albert Heijn voor in de plaats. “Dan ga je wel echt naar een next level”, legt Koen uit. “Zo kregen we een WTW-systeem waarbij opgewekte warmte van de koeling werd gebruikt om de winkel te verwarmen. Het energieverbruik ging daarmee zover naar beneden dat de Cv-ketel helemaal niet meer aan hoefde.
Toen we het jaar erop de meterstand doorgestuurd hadden naar de energieleverancier kwam er iemand kijken of het wel klopte. Vervolgens kwam er een monteur kijken of de meter wel goed was. Die bleek gewoon goed te zijn. We zijn nét niet gas neutraal. Maar we hebben hiermee wel enorme stappen gemaakt op het gebied van duurzaamheid.”
Groter pand, zelfde energiekosten
“Andere maatregelen die we hebben genomen zijn het vervangen van TL-balken voor ledverlichting”, gaat Koen verder. “Ook is het licht overal geschakeld en hebben we speciale ‘vulverlichting’ met 50% van de gewone lichtintensiteit, die voor en na de openingstijden brandt om vakken te kunnen vullen. Op het dak ligt een extra dikke laag dakisolatie.
Tijdens de renovatie hebben we de winkel met enkele honderden vierkante meters uitgebreid, maar we zijn niks extra’s gaan betalen aan energie. Dat zegt natuurlijk al genoeg.”
Tips voor andere ondernemers
Koen heeft ook nog tips voor andere ondernemers: “Kijk goed naar je muren. Is je spouw wel gevuld? En waarmee? Doe ook gelijk een energiescan als je winkel leeg is. Neem een goede energieadviseur in de arm die precies vertelt welke onderdelen je het beste kunt aanpakken.”
Energiebesparing levert op
Uiteraard kan je niet in iemands portemonnee kijken. “Toch denk ik dat je klanten het direct merken en waarderen als je duurzame aanpassingen doet. Je krijgt er dus automatisch wat publiciteit bij. Net als met Fairtrade-producten zal het naar mijn idee steeds belangrijker worden dat je duurzaamheid voorop stelt. Die dingen zijn alleen niet altijd in cijfers uit te drukken. Maar je moet jezelf gewoon eens afvragen: wat laat ik na?”