Duurzame verslaggeving / CSRD

De CSRD-richtlijn (Corporate Sustainability Reporting Directive) houdt in dat bedrijven worden verplicht om te rapporteren over hun impact op mens en milieu.

CSRD geldt voor u als uw bedrijf

  1. Een grote B.V., N.V of organisatie van openbaar belang is (zoals banken en verzekeraars).
  2. Een middelgrote of kleine beursvennootschap is.
  3. Een niet-EU onderneming is die voldoet aan de voor CSRD bepaalde voorwaarden

Welke bedrijven valleen onder de CSRD-richtlijn?

Het niet-beurs genoteerde MKB valt niet onder de CSRD-richtlijn, maar kan wel de effecten merken van de wetgeving. Dit gebeurt als zij zich in de waardeketen bevinden van een rapportageplichtig bedrijf en gevraagd worden om informatie aan te leveren. Daarnaast kan de richtlijn ook van toepassing zijn wanneer u producten of diensten levert aan een van de genoemde bedrijfssoorten. U bent dan zelf niet verplicht om te rapporteren maar kan wel door een rapportage plichtige onderneming gevraagd worden om bepaalde informatie aan te leveren.

Het kan zijn dat uw bedrijf zich in de waardeketen bevindt van een bedrijf dat moet voldoen aan CSRD. In dat geval kan gevraagd worden om informatie over bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van de productielocatie. Ook als u niet zelf onder CSRD valt, is het belangrijk dat u de thema’s kent en weet welke voor uw onderneming en waardeketen van toepassing zijn.  Het is dus essentieel dat u hoe dan ook inzicht heeft op impact, risico’s en kansen van uw bedrijf en keten op mens en milieu. U kunt uw ketenpartner ook ontlasten door betrouwbare data over uw eigen onderneming en uw keten aan te leveren.

Er wordt momenteel een vrijwillige MKB-standaard ontwikkeld die bedrijven helpt om te voldoen aan vragen van partners in de keten of bijvoorbeeld financiële instellingen. Zodra die gereed is worden Vakcentrumleden hierover geïnformeerd. Heeft u nu al vragen over de CSRD, neem contact met ons op via reactie@vakcentrum.nl.

Veel gestelde vragen over CSRD

De CSRD-richtlijn is Europese wetgeving die voort vloeit uit de Europese Green Deal afspraken. Deze afspraken hebben als doel de Europese economie tegen 2050 duurzamer en klimaatneutraal te maken. Het doel van de CSRD is om inzicht te geven in duurzaamheidsinformatie en om ‘greenwashing’ te verminderen.

De CSRD schrijft rapportage standaarden (ESRS) voor waarover bedrijven moeten rapporteren, zodat iedereen dat op dezelfde manier doet. Dit maakt het mogelijk om bedrijven goed met elkaar te vergelijken op het gebied van duurzaamheid binnen Europa.

Bedrijven die onder de CSRD vallen moeten verplicht jaarlijks een duurzaamheidsverslag maken. Dit duurzaamheidsverslag is bedoeld voor een brede groep van belanghebbenden (ook wel stakeholders genoemd) en geïnteresseerden, omdat het inzicht biedt in de duurzaamheidsimpacts, risico’s en -kansen en van de onderneming.

De informatie uit het verslag is enerzijds bedoeld voor financiële belanghebbenden, zoals aandeelhouders, banken, crediteuren en overige financiers. Anderzijds zijn er ook veel belanghebbenden die gericht zijn op de impact die de onderneming heeft op haar omgeving die het verslag kunnen gebruiken om het gesprek aan te gaan. Voorbeelden hiervan zijn werknemers, vakbonden en sociale partners, klanten, omwonenden en maatschappelijke organisaties en ngo's - zoals belangenorganisaties - die gericht zijn op milieu en mensenrechten.

Daarnaast kan het duurzaamheidsverslag ook interessant zijn voor geïnteresseerden zoals zakenpartners, overheden, analisten en academici.

De rapportageplicht geldt in Nederland voor:

  • grote bv’s en nv’s,
  • grote organisaties van openbaar belang (bijv. banken, verzekeraars en beursvennootschappen),
  • middelgrote en kleine beursvennootschappen,
  • bepaalde niet-EU ondernemingen.

De grootte van een onderneming wordt bepaald aan de hand van drie criteria:

  • balanstotaal (activa),
  • netto-omzet, en
  • aantal werknemers.

Om in een bepaalde groottecategorie te vallen, dient een onderneming - in lijn met de vereisten voor de jaarrekening - twee achtereenvolgende boekjaren aan tenminste twee van de drie criteria te voldoen.

 

Type

Activa

Netto-omzet

Aantal werknemers

Micro

< € 450.000

< € 900.000

< 10 personen

Klein

€ 450.000 - € 7,5 mln.

€ 900.000 - € 15 mln.

10 – 50 personen

Middelgroot

€ 7,5 - € 25 mln.

€ 15 - € 50 mln.

50 – 250 personen

Groot

> € 25 mln.

> € 50 mln.

> 250 personen

Middelgrote, kleine (niet beursgenoteerd) en micro ondernemingen vallen niet onder rapportageplicht  van de CSRD. Maar zij krijgen wel indirect te maken met eisen of informatievragen van hun CSRD-plichtige klanten of leveranciers .

De CSRD gaat vanaf 1 januari 2024 gelden voor bedrijven die nu vallen onder de ‘niet financiële rapportage’- richtlijn (NFRD) en vanaf 2025 voor grote bedrijven die daar nu niet onder vallen. Voor beursgenoteerde MKB-bedrijven geldt de CSRD vanaf 1 januari 2026.

Middelgrote en kleine bedrijven vallen voorlopig niet onder de rapportageplicht van de CSRD. MKB bedrijven krijgen wel indirect te maken met eisen of informatievragen van hun CSRD-plichtige klanten of leveranciers.

De MKB ondernemingen kunnen al met ingang van 2024 te maken krijgen met vragen van rapportageplichtige bedrijven vanwege het doorsijpeleffect.

De CSRD beschrijft het wetgevingsstelsel rondom de rapportageverplichting. Het bepaalt onder andere wie moet rapporteren, hoe vaak gerapporteerd moet worden en over welke onderwerpen. De zogenoemde ESRS zijn de Europese Duurzaamheid Standaarden. Hierin staan de inhoudelijke richtlijnen voor het rapporteren volgens de CSRD verder uitgewerkt.

Er bestaan twee soorten ESRS:

  1. Algemene standaarden - van toepassing op alle bedrijven
  2. Sectorspecifieke standaarden – van toepassing op bedrijven in bepaalde sectoren

Voor de retail komt er een sectorspecifieke ESRS genaamd Sales en Trade (SST). Deze is nu nog niet beschikbaar.

Het belangrijkste effect van de CSRD is dat ook het MKB, ook al hoeven deze ondernemingen zelf niet te rapporteren, vaker en meer duurzaamheidsinformatie zullen moeten verzamelen. MKB-ondernemingen die zich bevinden als afnemer of leverancier in de waardeketen van grote rapportage plichtige bedrijven krijgen daardoor duurzaamheidsvragen “doorgelegd”. Dit wordt ook wel het ‘doorsijpeleffect’ van de CSRD genoemd.

De rapportage plichtige bedrijven gaan namelijk de eigen waardeketen na voor het rapporteren. Daarom is het belangrijk dat MKB-ondernemingen in de waardeketen zorgen dat ze de benodigde informatie kunnen aanleveren. Bijvoorbeeld bij wie zij hun producten inkopen.

Er zijn drie belangrijke ‘groepen’ waarvan zelfstandige retailerondernemers duurzaamheidsvragen kunnen verwachten:

  1. De grote bedrijven die onder de CSRD-rapportageverplichtingen vallen in de waardeketen. Deze bedrijven moeten, om aan hun rapportage verplichtingen te kunnen voldoen, informatie gaan opvragen bij de zelfstandige retailerondernemingen in de waardeketen.
  2. Banken en kredietverstrekkers. Ten tweede zal aan MKB-ondernemingen steeds vaker informatie over duurzaamheidsprestaties worden gevraagd door bedrijven buiten de keten, banken en kredietverstrekkers, zoals bij kredietverlening, een financieringsaanvraag of een offertetraject.
  3. Consumenten. Ook leidt de toenemende hoeveelheid aan regelgeving ten aanzien van verduurzaming tot meer specifieke vragen van consumenten.

Rapportage plichtige bedrijven mogen bij het MKB alleen informatie opvragen tot de LSME-limiet. De LSME is een rapportagestandaard specifiek geschreven voor beursgenoteerde MKB bedrijven. Deze rapportagestandaard geeft de grens aan wat grote bedrijven kunnen uitvragen aan MKB bedrijven. Bedrijven kunnen zo anticiperen op mogelijke vragen van grote of beursgenoteerde bedrijven die wel onder de CSRD vallen.

De LSME is bedoeld voor MKB bedrijven die beurgenoteerd (listed) zijn. Deze standaard stelt nog behoorlijk uitgebreide eisen aan de informatie die moet worden gerapporteerd op het gebied van milieu impact, sociale verantwoordelijkheid, bestuurlijke zaken en andere duurzaamheindsindicatoren.

De VSME is specifiek ontworpen voor micro en MKB (niet beursgenoteerd) bedrijven. Deze standaard is vrijwillig en bovendien minder belastend en eenvoudiger dan de LSME met minder rapportagevereisten. Dit maakt het voor kleine bedrijven haalbaarder om een eigen duurzaamheidsrapport op te stellen op vrijwillige basis.

De LSME is omvangrijker dan de VSME. Helaas zit er nog een behoorlijk groot gat tussen de LSME en de VSME qua omvang. Grote bedrijven mogen MKB bedrijven van alles vragen als ze maar binnen de grenzen van de LSME blijven. Dat betekent in de praktijk dat zelfs als MKB bedrijven vrijwillig rapporteren via de VSME deze bedrijven nog steeds allerlei vragen kunnen krijgen buiten hun eigen rapportage om. Er is nu (nog) geen overzicht van de verschillen tussen beide regelingen zodat je gelijk ziet wat je nog allemaal buiten de VSME om zou kunnen verwachten. Mogelijk dat zoiets nog opgesteld gaat worden als beide standaarden definitief worden. Als een ondernemer nu al precies wil weten waar mogelijk extra vragen over zouden kunnen komen, buiten de VSME om, dan zou deze de concept VSME naast de concept LSME moeten leggen ter vergelijking.

De CSRD leidt voor alle grote ondernemingen in Nederland tot ingrijpende veranderingen. Duurzaamheid zal moeten worden geïntegreerd in alle aspecten van de bedrijfsvoering, zoals governance (ondernemingsbestuur), strategie, risicomanagement, de interne controle-omgeving en de interne en externe verslaggeving. Grote ondernemingen zullen hiervoor ook bij hun leveranciers en klanten ESG-gegevens opvragen omdat dit verplicht is onder CSRD. Ondanks het feit dat het MKB is vrijgesteld van het opstellen van een ESG-rapport volgens CSRD, kan een MKB ondernemer wel degelijk gevraagd worden om gegevens aan te leveren aan leveranciers, banken of verzekeraars.

ESG verwijst naar de drie thema’s binnen de CSRD. De E staat voor environmental (milieu), de S staat voor social (arbeidsomstandigheden) en de G staat voor governance (bestuur). Naast de financiële prestaties van een onderneming worden de prestaties en risico’s op het gebied van milieu, sociale verantwoordelijkheid en de wijze waarop een onderneming wordt aangestuurd steeds belangrijker voor investeerders, regelgevers en ander belanghebbenden.

Om voorbereid te zijn op vragen van leveranciers (of bank of verzekeraar) kan het om verschillende redenen verstandig zijn een eigen duurzaamheidsrapportage op te stellen volgens de vrijwillige CSRD-standaard voor het MKB. De officiële naam is een hele mond vol: Voluntary Small and Medium-sized Enterprises European Sustainability Reporting Standard (afgekort tot VSME ESRS). Een duurzaamheidsverslag kan bovendien gebruikt worden om je als onderneming te onderscheiden.

Het Vakcentrum is momenteel een template aan het maken, dat helpt bij het opstellen van een duurzaamheidsrapport volgens de vrijwillige standaard VSME ESRS.

Een materialiteitsanalyse – ook wel "essentialiteitsanalyse" genoemd - is een onmisbare methode voor een onderneming om de belangrijke issues en belanghebbende partijen (stakeholders) met hun eisen en verwachtingen in beeld te brengen. Een dergelijke analyse maakt onderdeel uit van de duurzaamheidsrapportage. Een materialiteitsanalyse wordt ook wel een DMA genoemd.

Het doel van de materialiteitsanalyse is om alle belangrijke aspecten op te sporen die de onderneming zouden kunnen beïnvloeden en tegelijkertijd van bijzonder belang zijn voor de buiten wereld.

Alle voor een onderneming belangrijke (materiele) onderwerpen moeten worden opgenomen in de duurzaamheidsrapportage. Onderwerpen kunnen belangrijk zijn omdat ze financiële gevolgen hebben voor een onderneming of omdat ze een grote impact hebben, of beide tegelijk.

Dubbele materialiteit houdt in dat bedrijven over zowel zakelijke als financiële risico’s voor mens en milieu evalueren. Een onderneming wordt bekeken vanuit twee invalshoeken:

  • Impact op de onderneming (financiële materialiteit), en
  • Impact van de onderneming (impact materialiteit).

Deze twee invalshoeken noemen we samen de ‘dubbele materialiteit’.