Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD)

De Corporate Sustainability Due Diligence Directive (CSDDD), ook bekend als de 'anti-wegkijk' wet, is een Europese richtlijn die bedrijven verplicht om transparant te zijn over de impact van hun activiteiten op mensenrechten en het milieu. Hier vindt u essentiële informatie over deze Europese wetgeving die is ontworpen om grote bedrijven verantwoordelijk te houden voor hun impact op mensenrechten en het milieu. Lees verder om te begrijpen wat de CSDDD precies inhoudt, welke verplichtingen bedrijven hebben, welke bedrijven onder deze richtlijn vallen, wanneer deze in werking treedt, wat de gevolgen zijn voor het MKB en hoe de CSDDD zich verhoudt tot de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

Omnibus pakket

In maart 2025 werd een nieuw pakket regels gepresenteerd over de CSRD en de CSDDD, het zogenaamde Omnibus-pakket. Dit pakket met nieuwe regelgeving heeft grote invloed op de werking van de CSDDD. De komende tijd zal de CSDDD aangepast worden aan de bepalingen uit dit pakket.

De CSDDD of CS3D-richtlijn (ook wel ‘anti-wegkijk’ wet genoemd) is Europese wetgeving die tot doel heeft om misstanden op het gebied van mensenrechten en milieu in de keten van grote bedrijven te verminderen en te beëindigen of te verhelpen.

De CSDDD verplicht grote bedrijven om in de keten de impact op het milieu en mensenrechten inzichtelijk te maken. Daarnaast moeten bedrijven die onder de reikwijdte van de CSDDD vallen ook een plan opstellen om het bedrijfsmodel in lijn te brengen met het Parijsakkoord de uitstoot van broeikasgassen te beperken.

Due diligence (passende zorgvuldigheid) is een doorlopend proces dat een onderneming gebruikt bij het herkennen van risico's op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en het milieu. Het doel is deze risico's te stoppen, voorkomen of verminderen, in eigen vestiging(en) en in de hele keten.

Ondernemingen die onder CSDDD vallen, zullen de eigen negatieve impact - en die van dochterondernemingen en partners in de volledige waardeketen - op mensen(rechten) en het klimaat moeten identificeren, beoordelen, voorkomen, beperken, beëindigen of verhelpen.

Enerzijds zal het bedrijf due diligence moeten doorvoeren en anderzijds een klimaatplan opstellen en uitvoeren.

De verordening schrijft onderstaande verplichtingen voor:

  • Integratie van due diligence in het bedrijfsbeleid en risicobeheersystemen.
  • Identificatie en beoordeling van daadwerkelijke of potentiële negatieve effecten in de waardeketen.
  • Voorkomen en verminderen van potentiële nadelige effecten, evenals het beëindigen van daadwerkelijke nadelige effecten en het minimaliseren van de omvang.
  • Monitoring van de effectiviteit van het zorgvuldigheidsbeleid en maatregelen.
  • Openbare communicatie van CSDDD-inspanningen (dit kan bijvoorbeeld via het duurzame verslag wat wordt opgesteld onder de CSRD).
  • Instellen en handhaven van een klachtenprocedure waarbij eventuele inbreuken kunnen worden gemeld.

Als gevolg van het Omnibus pakket hoeven bedrijven de systematische due diligence-vereisten alleen nog maar te richten op eigen activiteiten en directe zakenpartners (niveau 1).

Door het pakket worden de geharmoniseerde EU-voorwaarden voor civiele aansprakelijkheid geschrapt en wordt de interval verleng waarin bedrijven regelmatig de toereikendheid en effectiviteit van due diligence-maatregelen moeten controleren van één jaar naar vijf jaar. Bedrijven moeten nog wel steeds de implementatie van hun due diligence-maatregelen beoordelen en deze bijwerken wanneer er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat de maatregelen niet langer toereikend of effectief zijn.

De verplichting geldt voor grote bedrijven die in één van onderstaande categorieën vallen:

  • EU-bedrijven met meer dan 1000 werknemers en een netto wereldwijde omzet van ten minste €450 miljoen
  • Niet-EU-bedrijven met een omzet van ten minste €450 miljoen gegenereerd op de Europese markt
  • Ultieme moederbedrijf van een grote groep die op basis van geconsolideerde cijfers in een van de bovengenoemde categorieën zou vallen.
  • Bedrijven met een franchise- of licentiemodel waarvan de royalty’s meer bedroegen dan €22,5 miljoen en als het bedrijf, individueel of op geconsolideerde basis als het uiteindelijke moederbedrijf van een groep, een netto wereldwijde omzet van meer dan €80 miljoen heeft gegenereerd. Voorwaarde is dat de royalty’s op jaarbasis meer dan 22,5 miljoen euro bedragen en dat de moedervennootschap van de groep een netto-omzet heeft van minimaal 80 miljoen euro. Ook moet er sprake zijn van een gemeenschappelijke identiteit en bedrijfsconcept.

Een onderneming is onderhevig aan CSDDD als deze gedurende twee opeenvolgende boekjaren de criteria overschrijdt. Het gaat om alle producten, zolang het bedrijf aan bovenstaande criteria voldoet!

Uit het Omnibuspakket vloeit 1 jaar uitstel van de datum van toepassing voor de eerste grote bedrijven die moeten voldoen aan de CSDDD tot 26 juli 2028 voort. Commissie presenteert de richtlijnen al een jaar eerder, in juli 2026, om bedrijven meer tijd te geven om zich voor te bereiden.

Er wordt op dit moment gewerkt aan de Nederlandse implementatieregeling. Mogelijk komt er een stapsgewijze invoering:

  • 3 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 5.000 medewerkers en 1.500 miljoen euro omzet;
  • 4 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 3.000 medewerkers en 900 miljoen euro omzet;
  • 5 jaar na inwerkingtreding voor bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers en meer dan 450 miljoen euro omzet wereldwijd.

De CSDDD geldt in principe alleen voor de grote bedrijven. De richtlijn raakt MKB bedrijven niet rechtstreek. Maar, kleinere bedrijven moeten als ze een ketenpartner zijn wel rekening houden met vragen over due diligence. Vooral als het kleine bedrijf zich up stream in de keten bevindt van CSDDD-plichtige ondernemingen of als ze onderdeel uitmaken van bijvoorbeeld een franchiseformule.

Er wordt op dit moment gewerkt aan de Nederlandse implementatiewet.

Het Omnibus pakket beperkt de informatie die bedrijven binnen het bereik van hun MKB- en kleine midcap-zakenpartners (d.w.z. bedrijven met niet meer dan 500 werknemers) kunnen opvragen tot de informatie die is gespecificeerd in de vrijwillige duurzaamheidsrapportagenormen van de CSRD (VSME-norm). Net als bij de CSRD.

Hoewel CSRD en CSDDD verschillende benaderingen hebben, vullen ze elkaar perfect aan. CSRD vereist dat bedrijven openheid van zaken geven over hun duurzaamheidsprestaties via een duurzaamheidsverslag, terwijl CSDDD bedrijven dwingt om actief beleid te voeren om negatieve impact te voorkomen.

Verplichtingen CSDDD

  • Identificeren en, indien nodig, prioriteren, voorkomen, mitigeren, stoppen of herstellen van daadwerkelijke of potentiële negatieve effecten op mensenrechten en milieu in de eigen bedrijfsvoering en langs hun wereldwijde waardeketen.
  • De effectiviteit van genomen maatregelen monitoren.
  • Een klimaattransitieplan implementeren in lijn met de klimaatdoelstelling van 1,5°C.
  • Bedrijven die ook onder de reikwijdte van de CSRD vallen, hebben geen aanvullende rapportageverplichtingen.

Verplichtingen CSRD

  • Rapporteren over materiële effecten, risico's en kansen in relatie tot ESG-kwesties in de eigen bedrijfsvoering en langs de waardeketen.
  • Rapporteren over het due diligence-proces van het bedrijf.
  • Rapporteren over het klimaattransitieplan van het bedrijf.
  • Duurzaamheidsinformatie publiceren in een speciaal gedeelte van het bestuursverslag en dit extern laten controleren.