FiscaFlits 6 - 2024

Hoge Raad niet akkoord met Herstelwet box 3

Ons vermogen werd tot enige jaren geleden in box 3 belast op basis van een fictief rendement. Dit rendement werd bovendien geacht hoger te zijn, naarmate men over meer vermogen beschikte. Eind 2021 besliste de Hoge Raad dat de wet op dit punt in strijd was met het recht. Naar aanleiding van dit arrest werd voor de jaren 2017 t/m 2022 rechtsherstel geboden via de zogenaamde Herstelwet. Deze wet ging nog steeds uit van een fictief rendement, maar dit werd wel gebaseerd op de werkelijke verdeling van het vermogen in spaargeld en overige bezittingen. Het uitgangspunt van de Herstelwet was vanaf 2023 ook bepalend voor de belasting in box 3 over vermogen. De Hoge Raad heeft onlangs echter geoordeeld dat ook de Herstelwet in strijd is met het recht, omdat uitgegaan wordt van een fictief rendement. De Hoge Raad is van mening dat het werkelijke rendement bepalend dient te zijn voor de belastingheffing als dit lager is dan het fictieve rendement.

Wat betekent dit?

De wetgever zal rechtsherstel moeten gaan bieden op basis van het werkelijk behaalde rendement. Daarbij heeft de Hoge Raad aangegeven hoe dit berekend moet worden. Zo mag er geen rekening worden gehouden met de inflatie en moet ook ongerealiseerd rendement in de heffing worden betrokken, zoals de waardestijging van een verhuurde woning.

Ons advies

De Belastingdienst heeft aangegeven dat u voorlopig niets hoeft te doen. Als het arrest ook van invloed is op uw inkomen in box 3, ontvangt u hierover later in het jaar een brief. Het arrest kan zowel positief of negatief voor u uitpakken, maar als het werkelijke rendement hoger is dan het fictieve, heeft dit geen invloed op uw aanslagen. Blijkt te zijner tijd dat uw rendement lager was, dan zult u dit wel zelf moeten aantonen. De discussie rond box 3 zal dan ook ongetwijfeld nog vervolgd worden. Uiteraard houden we u op de hoogte.

Gezonde maaltijden onbelast?

Als een werkgever zijn personeel in het verleden gratis een gezonde maaltijd verstrekte, kon dit onbelast. De Hoge Raad heeft dit onlangs beslist. De Hoge Raad komt tot dit oordeel omdat de gezonde maaltijden deel uitmaakten van het Arboplan van de werkgever.

Wat betekent dit?

Het verstrekken van een maaltijd is in beginsel belast als loon, tenzij het zakelijk belang van de maaltijd meer dan 10% is. Dit is bijvoorbeeld het geval als u uw personeel een maaltijd verstrekt omdat ze vanwege het werk niet tussen 17.00 uur en 20.00 uur thuis kunnen eten. In bovengenoemd arrest waren de maaltijden niet belast, omdat ze deel uitmaakten van het Arboplan van de werkgever. Sinds 2022 is de wet echter aangescherpt en zijn  alleen Arboverstrekkingen belastingvrij als deze verplicht zijn volgens de Arbowet. Gezonde maaltijden horen daar niet toe en zijn sinds 2022 in beginsel dus belast.

Ons advies

U heeft alleen iets aan de uitspraak als u in de jaren 2011 t/m 2021 gezonde maaltijden verstrekte, hierover belasting betaalde en hierover in een procedure bent gewikkeld met de Belastingdienst. Dit zal zelden het geval zijn. Omdat de wet per 2022 is aangescherpt kunt u op basis van het arrest thans geen gezonde maaltijden meer belastingvrij verstrekken. Dit is alleen anders als het zakelijk belang ervan meer dan 10% is. In dat geval zijn maaltijden immers altijd vrijgesteld.

Hoe is gsm belast?

Werkgevers mogen een aantal zaken aan hun personeel belastingvrij vergoeden of verstrekken. Dit is het geval als er een gerichte vrijstelling geldt, zoals een lening voor een al dan niet elektrische fiets, of als u zaken onderbrengt in de werkkostenregeling. Omdat de wetgeving op dit punt gecompliceerd is, heeft de Belastingdienst onlangs een toelichting gegeven op de vrijstelling die geldt voor noodzakelijke gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Om een en ander inzichtelijk te maken is uitgegaan van een voorbeeld.

Wat betekent dit?

In het voorbeeld verstrekt een werkgever een mobiele telefoon van €600 die noodzakelijk is voor het werk aan een werknemer. Die koopt een duurder exemplaar van €1.000 en legt het meerdere bedrag van €400 bij uit het bruto loon. De werkgever wijst de telefoon aan als eindheffingsloon. Dit betekent dat alleen het bedrag van €600 als vrijgesteld loon kan worden aangemerkt. Het restant van €400 zal ondergebracht moeten worden in de werkkostenregeling. De gerichte vrijstelling is dus niet van toepassing op het hele bedrag van €1.000. Als de werkgever geen vrije ruimte meer heeft in de werkkostenregeling, moet hij over het bedrag van €400 80% belasting betalen. In dit geval dus €320.

Ons advies

Het voorbeeld maakt duidelijk hoe ingewikkeld de fiscale wet soms in elkaar zit. Zo is in dit voorbeeld van belang dat de telefoon naar uw redelijke oordeel noodzakelijk is voor het werk. Vanwege die noodzakelijkheid is de telefoon gericht vrijgesteld, maar weer niet voor het meerdere dat de werknemer bijlegt voor een duurder exemplaar. Als dit meerdere onbelast moet blijven, dient dit dan ook ondergebracht te worden in de werkkostenregeling. Omdat de telefoon noodzakelijk moet zijn, mag deze ook geen onderdeel zijn van een cafetariaregeling. Zorg dat u bij twijfel over een fiscale regeling contact opneemt met uw adviseur. Weet verder dat de Belastingdienst de mogelijkheid van vooroverleg kent, zodat u op die manier bij twijfel naheffingen en boetes kunt voorkomen.

Zelfstandige ondernemer verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid

Als het aan het kabinet ligt, worden zelfstandige ondernemers in de nabije toekomst verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Een wetsvoorstel met die strekking is onlangs gepresenteerd. Hierop kan via een internetconsultatie gereageerd worden.

Wat betekent dit?

Zelfstandige ondernemers zijn thans vaak niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Dit vanwege het feit dat een dergelijke verzekering vrij duur is, maar ook omdat ondernemers soms niet verzekerd kunnen worden vanwege hun medische verleden. Met de verplichte verzekering wil het kabinet bereiken dat zelfstandigen bij langdurige ziekte een uitkering krijgen als ze vanwege die ziekte niet minstens het minimumloon kunnen verdienen. De uitkering bedraagt 70% van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, met als maximum het minimumloon. De uitkering kan tot maximaal de AOW-leeftijd worden ontvangen. De premie gaat ongeveer 6,5% van de winst bedragen, met een maximum van ongeveer €195 per maand. Deze premie is fiscaal aftrekbaar.

Ons advies

Als de plannen in de gepresenteerde vorm doorgang vinden, betekent dit een aanzienlijke kostenverhoging voor zelfstandigen die nu nog niet verzekerd zijn tegen arbeidsongeschiktheid. Bijvoorbeeld omdat men over voldoende vermogen beschikt of kan terugvallen op inkomsten van de partner. In andere gevallen biedt de verzekering natuurlijk wel de nodige zekerheid. Er is echter geen keuze, want de verzekering wordt verplicht. U kunt wel kiezen voor een particuliere verzekering, maar alleen als de premie en de uitkering ervan tenminste even hoog zijn als die volgens de nieuwe verplichte verzekering.

Handelsregister gaat ondernemers geld kosten

De inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel gaat ondernemers op korte termijn geld kosten, waarbij het gaat om een bedrag van minstens €25 per jaar. De bijdrage wordt gefaseerd ingevoerd, waarbij eenmanszaken pas later met de kostenverhoging geconfronteerd gaan worden. Het kabinet wil het Handelsregister verbeteren, maar wil het bedrijfsleven voor de kosten ervan laten opdraaien. De verbeteringen bestaan uit het niet langer openbaar maken van bepaalde gegevens, zoals telefoonnummers en emailadressen. Op die manier moet onder meer direct marketing via de telefoon worden beperkt. Verder moet het Handelsregister juridische zekerheid gaan geven omtrent de vraag met wie ondernemers precies zaken doen. De benodigde wetsvoorstellen zullen eerst via een internetconsultatie aan belangstellenden worden voorgelegd.

Private lease van auto heeft grote invloed op hoogte hypotheek

Het aantal private leasecontracten met betrekking tot auto’s neemt de laatste tijd fors toe, de laatste drie jaren zelfs met 15%. Hierbij blijkt dat private leasen met name bij jongeren erg populair is. Een nadeel van private leasen is echter dat deze contracten worden geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie (BKR). Het gevolg is dat hierdoor minder financiële ruimte beschikbaar is voor een af te sluiten hypotheek voor de aankoop van een woning. Uit onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld een stel met een gezamenlijk inkomen van €80.000 bij een hypotheekrente van 3,8%, €88.000 minder aan hypotheek kan krijgen, als een private leasecontract wordt afgesloten voor een auto met een waarde van €30.000 en een maandelijks leasebedrag van €413. Adviseurs waarschuwen voor deze gevolgen nu in een toch al overspannen woningmarkt forse hypotheken moeten worden afgesloten voor de aankoop van een woning.

Wanneer is door werkgever betaalde lijfrente aftrekbaar?

Bij niet alle werkgevers is sprake van een pensioenregeling. Met name in die situaties komt het voor dat de werkgever de lijfrentepremie van een werknemer betaalt. De Belastingdienst heeft onlangs bekend gemaakt in welke gevallen een dergelijke premie bij de werknemer aftrekbaar blijft. Dit is het geval als de premie betaald wordt door de werkgever, maar dit verrekend wordt met het netto loon van de werknemer. De premie drukt dan namelijk nog steeds op de werknemer. De premie is daarnaast ook aftrekbaar als de werkgever deze betaalt, maar onderbrengt in de werkkostenregeling en aanwijst als eindloon. Ook dan krijgt de werknemer netto minder uitbetaald en drukt de premie dus op de werknemer. In beide situaties moet wel sprake zijn van een pensioentekort, anders is de lijfrentepremie bij de werknemer niet aftrekbaar. Of er sprake is van een pensioentekort kan eenvoudig worden nagegaan via de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl zoekterm jaarruimte lijfrente).

Heeft u naar aanleiding van deze FiscaFlits vragen of wilt u persoonlijk advies, neem dan contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies, (0348) 41 97 71.

Gepubliceerd: donderdag 20 juni 2024