FiscaFlits 5 - 2024

Plannen elektrische auto in Voorjaarsnota verduidelijkt

Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota onlangs de plannen bekend gemaakt inzake een verlenging van de korting op de wegenbelasting voor elektrische en plug-in hybride personenauto’s. Over deze plannen is de nodige onduidelijkheid ontstaan, onder andere doordat twee verschuilende voorstellen zijn gepresenteerd inzake de afbouw van de korting op de wegenbelasting voor elektrische personenauto’s. Er is inmiddels een zogenaamd ‘factsheet’ verschenen met alle voorstellen op een rij.

Wat betekent dit?

Uit de factsheet blijkt onder meer dat de korting op de wegenbelasting voor elektrische personenauto’s in 2025  daalt naar 75%, van 2026 t/m 2028 naar 40%, in 2029 naar 35%, in 2030 naar 30% en vanaf 2031 verdwijnt. Voor plug-in hybride personenauto’s blijkt de korting op de wegenbelasting in 2025 toch te worden gehandhaafd op 25%. De factsheet met alle voorgenomen wijzigingen treft u hier aan. Houd er wel rekening mee dat alle voorstellen nog door het parlement moeten worden goedgekeurd.

Wat betekent dit?

Doordat de korting op de wegenbelasting langer gehandhaafd blijft, wordt het rijden in een elektrische personenauto aantrekkelijker. Dit kan voor u een reden zijn langer in uw elektrische of plug-in hybride personenauto te blijven rijden, deze nog niet in te ruilen of om er een aan te schaffen. Of de plannen worden aangenomen door het parlement is nog onzeker, maar we houden u hiervan op de hoogte.

Voordelen OFGR beëindigd

Voor degenen met veel vermogen in box 3, kon een Open Fonds voor Gemene Rekening (OFGR) toe nu toe een belastingbesparend alternatief zijn. Een OFGR is een soort beleggingsfonds waarin de deelnemers participaties bezitten. Deze participaties moeten vrij verhandelbaar zijn, anders is er fiscaal geen sprake van een OFGR. Een OFGR wordt vaak gebruikt als alternatief voor vermogen in box 3. Een OFGR betaalt namelijk vennootschapsbelasting over het werkelijke rendement. Wordt het rendement na belasting uitgekeerd, dan betaalt u als participant hierover belasting in box 2. Belangrijk is dat uw vermogen in het OFGR niet meeteelt in box 3. Dat maakte een OFGR voor grote vermogens tot nu toe al snel interessant, zeker nu het tarief in box 3 inmiddels 36% bedraagt. Helaas gaat dit voordeel vanaf 2025 verdwijnen.

Wat betekent dit?

De fiscale regels voor het OFGR gaan vanaf 2025 veranderen. De aanscherpingen zijn gebaseerd op de Wet op het financieel toezicht en komen er voor particulieren op neer dat door hen opgerichte OFGR’s niet meer voldoen aan de voorwaarden. Dit betekent dat uw vermogen in het OFGR voortaan bij u belast gaat worden in box 3. Ook zal met de fiscus afgerekend moeten worden over boekwinsten en reserves in het OFRG. Gelukkig is er een overgangsregeling die al te negatieve effecten moet voorkomen.

Ons advies

Ga met uw adviseur na wat de negatieve effecten voor u betekenen en hoe u die het beste kunt voorkomen. Zo kan het een optie zijn uw vermogen voortaan te stallen in een BV. Ook kunt u bijvoorbeeld gebruik maken van een gespreide betaling van belasting. In ieder geval is van belang na te gaan of uw vermogen beter af is als dit belast wordt met vennootschapsbelasting plus als het wordt uitgedeeld nogmaals met een heffing in box 2, of dat het beter onderworpen kan zijn aan belastingheffing in box 3. Hierbij is van belang dat het tarief van de vennootschapsbelasting, van box 2 én van box 3 de laatste jaren enkele keren is gewijzigd. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat uw keuze van destijds voor een OFGR nu niet meer de beste is.

Belasting over overlijdensuitkering

Werkgevers verstrekken vaak een uitkering bij overlijden van werknemers aan hun nabestaanden. Omdat hierover in de praktijk kennelijk onduidelijkheid bestaat, heeft een Kennisgroep van de Belastingdienst onlangs aangegeven wat hier de fiscale gevolgen van zijn bij verstrekking van een uitkering aan de partner van de werknemer. Daarbij is nagegaan of er loonbelasting verschuldigd is, erfbelasting, geen van beide of juist allebei. De kennisgroep heeft de effecten geschetst voor verschillende situaties.

Wat betekent dit?

Om te beginnen is van belang dat een uitkering van maximaal drie maandsalarissen belastingvrij is voor de loonbelasting. Van de uitkering is bovendien één maandsalaris ook vrijgesteld van erfbelasting. Dit vanwege het feit dat een werkgever wettelijk verplicht is bij overlijden een uitkering van één maand te verstrekken aan de partner of minderjarige kinderen. De uitkering van één maand vloeit dus voort uit de wet en dus is erfrecht niet van toepassing. Over de tweede en derde maand uitkering moet wel erfbelasting worden betaald. Zou meer dan drie maanden aan uitkering worden verstrekt, dan zou eigenlijk over deze maanden zowel loon- als erfbelasting betaald moeten worden. In het verleden is echter beslist dat dan de heffing van erfbelasting achterwege blijft, zodat alleen loonbelasting over deze maanden betaald moet worden. Deze uitkeringen mag u in beginsel ook niet onderbrengen in de werkkostenregeling.

Ons advies

Houd met het bovenstaande rekening als u de nabestaanden van uw werknemers een uitkering verstrekt bij overlijden. U kunt dan ongeveer nagaan wat de nabestaanden hier netto aan overhouden en hier eventueel uw beleid op aanpassen.

Doe aangifte bij niet langer voldoen aan voorwaarden BOR

Als uw bedrijf wordt geërfd of het wordt geschonken, kan er onder voorwaarden gebruik worden  gemaakt van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR). Er hoeft dan over een deel van de waarde geen erf- en schenkbelasting te worden betaald. De BOR is alleen van toepassing als het bedrijf minstens vijf jaar wordt voortgezet. De Belastingdienst onlangs bekend gemaakt dat belastingplichtigen zelf aangifte moeten doen als niet langer aan de fiscale voorwaarden wordt voldaan.

Wat betekent dit?

De BOR betekent dat dit jaar een vrijstelling van €1.325.253 geldt bij erven of schenken van een onderneming. Is het bedrijf meer waard, dan is van dit meerdere 83% vrijgesteld. Vanaf 2025 bedraagt de vrijstelling tot €1.500.000 100% en is van het meerdere 75% vrijgesteld. Er geldt een aantal voorwaarden, waarvan de belangrijkste is dat het bedrijf minstens vijf jaar wordt voortgezet. Betreft het een BV, dan moeten de aandelen minstens vijf jaar in bezit van de verkrijger blijven en mag desgewenst ook een derde het bedrijf voortzetten. Wordt niet langer aan deze voorwaarden voldaan, dan moet de verkrijger dit zelf melden bij de Belastingdienst. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van bijgevoegd formulier. Met dit formulier doet u aangifte en na ontvangst volgt een aanslag.

Ons advies

Voldoet u niet meer aan de voorwaarden van de BOR, zorg dan dat binnen acht maanden nadat u niet meer aan de voorwaarden voldoet bovengenoemd formulier bij de Belastingdienst binnen af. Op die manier voorkomt u een naheffing met boete. U voldoet niet meer aan de voorwaarden als u bijvoorbeeld het bedrijf binnen vijf jaar verkoopt of als het binnen deze termijn failliet gaat. Dit laatste werd onlangs bevestigd door de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Kinderen hadden in deze zaak aandelen geschonken gekregen van hun ouders, maar de zaak ging binnen vijf jaar failliet. Ook in een dergelijke situatie kan de BOR niet langer worden toegepast en dus moest er alsnog schenkbelasting worden betaald.

Hoeveel privé kilometers bij inruil alleen zakelijk gebruikte bestelauto?

Als u een bestelauto alleen zakelijk gebruikt, kunt u met gebruik van een formulier “Uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto” de bekende  bijtelling voorkomen. Bovendien hoeft u dan geen kilometeradministratie bij te houden. De fiscus gaat er namelijk vanuit dat u de bestelauto niet privé gebruikt en controleert dit fysiek. Vermoedt men dat u de bestelauto toch privé gebruikt heeft, dan zult u desgevraagd aannemelijk moeten maken dat de betreffende rit toch echt zakelijk was. Onlangs kwam de vraag aan de orde hoeveel kilometers u privé mag rijden met een opvolgende auto, als u een dergelijke bestelauto in de loop van het jaar inruilt voor een andere bestelauto of personenauto waarmee u wél privé rijdt en de bijtelling wilt voorkomen. Dit blijkt 500 kilometer te zijn.

Wat betekent dit?

Ruilt u de bestelauto die u alleen zakelijk gebruikt in de loop van het jaar in voor een andere auto waarmee wel privé wordt gereden, dan gaat de fiscus ervan uit dat u de alleen zakelijk gebruikte bestelauto niet privé heeft gebruikt. Omdat er het hele jaar een auto ter beschikking is gesteld, mag u met de auto waarmee u wel privé rijdt maximaal 500 kilometer privé rijden. Deze situatie is dus anders dan wanneer er alleen een deel van het jaar een auto ter beschikking staat. Krijgt u bijvoorbeeld pas op 1 juli de beschikking over een auto van de zaak, dan mag u met deze auto nog slechts 250 kilometer privé rijden als u de bijtelling wilt voorkomen.

Ons advies

Het bovenstaande is met name van belang als u een uitsluitend zakelijk gebruikte bestelauto kort voor het eind van het jaar inruilt voor en andere. U kunt hiermee dan toch nog een flink aantal privé kilometers maken zonder dat u een bijtelling krijgt. Houd hier rekening mee.

Ondernemers gaan betalen voor Handelsregister

Ondernemers moeten er rekening mee houden dat er binnenkort jaarlijks betaald moet worden voor een inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Dit blijkt uit een brief van minister Adriaansens. Het bedrag is nog niet bekend, maar dit komt zeker boven de €25 per jaar te liggen. De bijdrage heeft te maken met de wijzigingen van het Handelsregister die binnenkort doorgevoerd gaan worden. Zo zullen telefoonnummers en emailadressen niet meer openbaar worden gemaakt en zal er een verbod komen op direct marketing. Er komt nog een internetconsultatie over de voorgenomen wijzigingen.

Wat te doen bij kapotte parkeerautomaat?

Als een parkeerautomaat defect is, betekent dit niet dat u geen parkeerbelasting hoeft te betalen. U moet namelijk op zoek gaan naar een parkeermeter die het wel doet. Daarbij is wel de redelijkheid doorslaggevend, zo leert ons een uitspraak van het gerechtshof Den Haag. In deze zaak kon een docent die met een aantal leerlingen op stap was, geen parkeerbelasting voldoen omdat de meter stuk was. Ook een parkeermeter 675 meter verderop bleek defect. De docent zocht contact met het op de parkeermeter vermelde telefoonnummer, maar daar bleek men nog niet wakker. De docent besloot zelfs de erop volgende dag wederom contact op te nemen met de gemeente om de parkeerbelasting te betalen, maar dat aanbod werd verworpen. Wel volgde er een naheffing parkeerbelasting, die de docent met succes aanvocht voor de rechter. Deze vond dat de docent er binnen het redelijke alles aan gedaan had om te betalen. Nu dit niet kon vanwege tekortkomingen bij de gemeente, was een naheffing niet op zijn  plaats, aldus het Hof.

Voedingssupplementen aftrekbaar?

Steeds meer consumenten maken gebruik van voedingssupplementen. Onlangs is duidelijkheid verschaft over de vraag of, en zo ja wanneer, die aftrekbaar zijn als zorgkosten. Daarbij is om te beginnen van belang dat de supplementen moeten zijn voorgeschreven door een arts. Bovendien moeten ze deel uitmaken van een medische behandeling of therapie. Alleen als aan deze voorwaarden is voldaan, zijn voedingssupplementen aftrekbaar. Of ze overigens ook tot aftrek leiden, is verder nog afhankelijk van de vraag of u met uw zorgkosten boven de zogenaamde drempel uitkomt. Dit is het bedrag dat u jaarlijks eerst zelf aan zorgkosten betaalt, voordat u aan aftrek toekomt. De hoogte van de drempel is weer afhankelijk van de hoogte van uw inkomen.

Heeft u naar aanleiding van deze FiscaFlits vragen of wilt u persoonlijk advies, neem dan contact op met Vakcentrum Bedrijfsadvies, (0348) 41 97 71.

Gepubliceerd: woensdag 22 mei 2024